Niet jezelf kunnen zijn geeft onvrede

Stad-Groninger Johan (39) gaat gelukkig door het leven na verandering van geslacht
Door Koos Bijlsma

Hij werd geboren als meisje, maar voelde zich eigenlijk nooit een vrouw. Dat was voor hem twee jaar geleden reden in het Academisch Ziekenhuis Groningen.een operatie te ondergaan om van geslacht te veranderen. Gemiddeld voert het AZG jaarlijks twaalf van deze ingrepen uit. Bij zijn geboorte kreeg hij de naam Lidy mee. Nu heet Johan. ‘Huppelend verliet ik het ziekenhuis’ kijkt de 39-jarige stadjer terug.

Op 17-jarige leeftijd kwam Johan, woonachtig in Groningen, er achter dat hij transseksueel was. Lichamelijk was hij een vrouw, maar hij voelde zich een man. ‘Ik keek naar een tv-programma van de BBC over dit onderwerp. De herkenning was groot. Ik dacht: ‘Ze hebben het over mij.’ Enerzijds bezorgde hem dit een gevoel van opluchting. Zo van: ‘Er zijn dus meer mensen die hiermee worstelen.’ Als mee-levend lid van de gereformeerde kerk vrijgemaakt diende zich anderzijds een groot probleem aan: ‘Hoe rijm ik dit met mijn geloof’?’

Als kind worstelde Johan, die toen nog Lidy heette, al met zijn identiteit. ‘Ik speelde nooit met meisjes. En had een enorme hekel aan handwerken. Als dit vak op donderdagochtend op het rooster stond, was ik meestal ziek. Alle meisjes werden in die tijd geacht dit vak te volgen. Daar wilde ik niet bijhoren.’

De puberteit bracht veel spanningen teweeg, waar door hij regelmatig wegbleef van school. Enkele malen ondernam hij zelfmoordpogingen. En ook later, toen hij een werkkring had, werd hij geconfronteerd met problemen. ‘Als je niet zijn kunt wie je bent, geeft dat een grote onvrede in jezelf.’ Ook met zijn ouders kwam hij in conflict. Jarenlang was zijn verhouding met hen verstoord. Zijn omgeving raadde hem aan hulp te zoeken. Maar pas nadat hij volledig instortte vond hij in 1995 de weg naar de juiste hulpverleners. ‘Ik was in die tijd rijp voor opname in een psychiatrische kliniek vanwege de depressiviteit, waarin ik terecht was gekomen.’

Met medewerkers van de Rutgersstichting en de genderafdeling van het AZG (nu UMCG (red.)) besprak hij de mogelijkheid door middel van een medische ingreep een geslachtsverandering te ondergaan. Hoewel hij geloof en kerk in die fase van zijn leven vaarwel had gezegd, ging hij het gesprek aan met de voorganger van zijn gemeente. ‘Ik wilde van God niets meer weten. Maar daar nam de predikant geen genoegen mee. Achteraf maar goed ook. Want door de gesprekken met hem vond ik het spoor naar God terug. Ik weet nu dat God van me houdt. Hij is blij met me zoals ik ben.’

Ook na een verandering van geslacht wilde hij lid kunnen blijven van de vrijgemaakte kerk. ‘De kerk is een belangrijk deel van de omgeving waarin ik functioneer. Wat is de waarde van je leven als je omgeving je mijdt?’ Nog vóór de operatie werd een speciale gemeenteavond gewijd aan het thema transseksualiteit, waarbij een medisch ethicus van de Theologische Universiteit in Kampen voorlichting gaf. Vooraf was via het plaatselijke kerkblad bekend gemaakt dat Lidy voortaan als Johan door het leven zou gaan. De ‘hoofdpersoon’ beleefde deze gemeenteavond, die hij zelf overigens niet bijwoonde, als uitermate spannend. ‘Toen ik daarna voor de eerste keer weer naar de kerk ging, had ik het gevoel dat alle ogen op mij waren gericht.’

Niet alle gemeenteleden staan achter zijn beslissing om zich te laten opereren Maar dat hoeft van hem ook niet. Hij voelt zich geaccepteerd in de gemeente. ‘Niemand doet er lacherig over.’ Hetzelfde geldt voor zijn familie en vrienden. ‘Ik heb de meesten destijds een brief gestuurd, waarin ik uitleg gaf. Een enkele keer vergist m’n moeder zich nog wel eens. Dan spreekt ze over ‘zij’ in plaats van ‘hij’. Maar wat wil je als je als meisje bent opgevoed?’

Zelf is hij intens gelukkig met zijn ‘nieuwe’ lichaam. ‘Meteen toen ik wakker werd na de operatie was ik blij dat ik van m’n borsten was verlost. Huppelend verliet ik het ziekenhuis.’ Hij benadrukt dat de ingreep voor hem minder groot was dan voor z’n omgeving. ‘Ik heb me altijd man gevoeld.’ Wel moest hij enige gêne overwinnen, voordat hij, nog vóór de operatie, voor de eerste keer een herenmodezaak betrad. Pas een half jaar na de ingreep stond zijn nieuwe naam in rijbewijs, paspoort en andere papieren.

Bewust koos hij voor de naam Johan. ‘De apostel Johannes is voor mij een geloofsheld. Hij spreekt in de bijbel op een geweldige manier over de liefde van God. Lang kon ik die liefde niet vatten. Maar gelukkig is dat anders geworden.’ Soms komt hij geloofsgenoten tegen die zijn stap om te kiezen voor geslachtsverandering afkeuren. ‘Zij hadden gewild dat ik hulp had gezocht in de vorm van psychotherapie. Daarbij wordt getracht de psyche aan te passen. Dat gebeurt bij een operatie met het lichaam. Dat het lichaam van een hogere orde is dan de psyche wil er bij mij niet in.’

Uit: Dagblad van het Noorden, 6 januari 2003